Hutten en Scandinavië

dinsdag 18 mei 2010 11u13 | patricia | reageer
Trefwoorden: , , , .

Ik verdenk minstens de helft van de redactie ervan om al eens bij Julie’s House langs geweest te zijn. En wie kan hen ongelijk geven, de cakejes lachen je gewoon toe. Wij hadden zondag een tafeltje geboekt om ons verlof goed in te zetten, en terwijl ik aan het smikkelen was, dacht ik dat het gewoon onmogelijk was om de smaak te beschrijven. Gelukkig schreef Bruno er al een artikel over, meer dan een jaar geleden. En kan ik het over iets anders hebben.

In afwachting van onze brunch dachten we de tijd wat te doden in het Design Museum. Het was alweer een tijd geleden en vaag herinnerde ik me dat één van de tijdelijke tentoonstellingen me wel interesseerde. We waren net op tijd voor de gratis rondleiding, en mijn wederhelft sloot spontaan aan. Ik zou een gemene opmerking kunnen maken over gratis en Nederlanders, maar ik denk dat het aantal Nederlanders in onze groep eerder iets zegt over de populariteit van onze stad dan over iets anders.

De gids begon het verhaal in de ruimte met de schilderijen van het koppel Ferdinand de Coninck. Ik was niet meteen enthousiast. Ik ben niet zo een fan van het oudere gedeelte, geef mij maar het nieuwe gedeelte. Toen ze ons echter meenam naar hun woonkamer en vertelde dat hij de kamer als een soort huwelijkscadeau voor haar had ingericht, werd mijn aandacht gevestigd op details die me voordien nog niet opgevallen waren. Ze raadde ons ook aan om de onlangs gerestaureerde grisailles in de Sint-Baafskathedraal van de hand van dezelfde schilder te gaan bewonderen. De luchter met een afbeelding van de continenten in lindehout is simpelweg indrukwekkend. Ook als het niet je smaak is, kan je niet anders dan het vakmanschap bewonderen.

Gelukkig was er ook tijd voor de tijdelijke tentoonstellingen. In de kijkkasten hebben ze illustraties uit een oud en broos boekje overgenomen. Prachtige illustraties met bloemen, waarbij ze in de collectie telkens op zoek zijn gegaan naar een bijpassend stuk. Maar hoe kon het ook anders? Onze aandacht werd afgeleid door de patio met tuinbank, de start van de tentoonstelling van de Nederlandse designer Richard Hutten. Hij ziet zichzelf als een homo ludens en het speelse is niet ver te zoeken in zijn ontwerpen. Hij kreeg de opdracht om zelf de tentoonstelling in te kleden en op de grond merk je de plakband waarmee hij het labyrint doorheen de tentoonstellingsruimte tekende. De gids vestigde onze aandacht op s(h)it on it , een stoel die hij ontwierp voor een tentoonstelling in Italië. In die periode dreigden de neofascisten door te breken. Door de positie van de stoelen kan je eigenlijk niet tegen elkaar praten, iedereen zit met zijn rug naar elkaar. Het swastika-teken was me niet meteen opgevallen. De gids toonde ook nog de krassen die het voorwerp aan een tentoonstelling in Duitsland had overgehouden. Nie wieder, achteraf nog extra in de verf gezet door Hutten. Het was alvast boeiend om te zien dat hij ook meer dan enkel de domoor (de drinkbeker met grote oren voor kinderen) op zijn geweten heeft. De oranje appeltjes in de verlaagde tentoonstellingsruimte brengen het kind in ieder van ons naar boven. Meteen begreep ik de krabbel in het gastenboek: “bedankt voor het ballenbad”.

aaaa

In de kelderverdieping kan je de invloed van Scandinavië op Belgische meubelmakers bewonderen. Ik zag er een heel mooi zeteltje, maar al bij al bleef ik wel wat op mijn honger zitten. Is dit nu alles? Door het geleide bezoek lukte het niet om alle teksten grondig te lezen, maar toch was ik niet meteen geneigd om een tweede keer te gaan kijken. Het aantal stukken is beperkt en de meeste meubelmakers blijken ondertussen de deuren gesloten te hebben, tenzij ik te snel gelezen heb. Zou Ikea hun de das omgedaan hebben? Of kunnen we dat niet meer als Scandinavisch beschouwen?

Daarna trokken we naar de interieurs in art-nouveaustijl. De woonkamer van Henry van de Velde kan je wel blijven bewonderen, die lijnen zijn gewoon indrukwekkend. Het verhaal erbij maakte het levend. Ik heb nooit beseft dat van de Velde eigenlijk als schilder begon, carrière maakte in Duitsland en naast de titel van directeur van het Bauhaus greep omwille van zijn nationaliteit. Na de oorlog was terugkeren naar België niet meteen gemakkelijk, wat ook van een aantal collega-designers kan gezegd worden. En zo kwam het dat het geleide bezoek me eigenlijk al bij al wel kon boeien. Bij het postmodernisme, alweer een verdieping hoger, met de ontwerpen van Alessi en Mendini begon het te knagen. Onze reservatie wachtte. De anderhalf uur durende rondleiding kon me niet altijd even hard boeien, maar ik heb heel wat opgestoken over de geschiedenis van het Design Museum, het gebouw, de uitbreiding en de renovatie. Dus toch wel een aanrader om op zondag eens mee te pikken.

Design Museum Gent, Jan Breydelstraat 5, Gent. Richard Hutten en The Scandinavian Touch in Belgian Furniture, nog tot 6 juni. Toegang 5 euro, talrijke reducties mogelijk.

© 2010 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.